Maria Lichtmis is de laatste van de lichtfeesten en sluit de periode van 40 dagen na kerstmis af. Op 11 november, 40 dagen voor kerstmis, vieren we het eerste lichtfeest Sint Maarten, waarbij we het lichtje in de knol ontsteken. Maria Lichtmis vieren we 40 dagen ná Kerstmis. De periode tussen 25 december en 6 januari wordt ook wel 'kleine kersttijd' genoemd en de periode van twee maal 40 dagen 'grote kersttijd'. Met dit laatste winterfeest blaast Maria het lichtje uit.
Volgens de Joodse wet moest een vrouw die een kind had gekregen 40 dagen na de bevalling een reinigingsoffer brengen in de tempel. Als het kind een mannelijke eerstgeborene betrof, moest het op diezelfde dag aan God worden aangeboden. Ook Jozef en Maria deden dit, en als je 40 dagen optelt bij de geboortedag van Jezus (25 december), dan kom je uit op 2 februari, dit is de datum waarop de christenen Maria Reiniging vierden. Later werden op deze dag voor de mis alle kaarsen gewijd voor het hele jaar, er wordt een 'lichtmis' gehouden. Daarna volgde een ommegang waarbij iedereen een brandende kaars in de hand hield, ook gedurende de mis. De naam Maria Reiniging veranderde zo in Maria Lichtmis.
Zoals zoveel christelijke feesten is ook Maria Lichtmis een verchristelijkt oorspronkelijk feest. Al ver voor de geboorte van Christus werd er in deze periode een reinigingsfeest gevierd (februa betekent reinigingsfeest). Het was een feest ter ere van moeder aarde en de terugkeer van het licht. Bij de Grieken heette zij Demeter, bij de Romeinen Ceres, de moeder van alle goden. Maria de moeder van de christenen nam deze rol van aardemoeder over. In de sprookjes vinden we haar terug in de figuur van vrouw Holle. Maar hoe zij ook genoemd worden, zij staan allemaal symbool voor moeder Aarde, de draagster van de aardse levenskrachten. In deze tijd van het jaar kunnen we in de natuur de eerste tekenen zien van het naderende voorjaar. In de wintertijd is het leven onder de grond doorgegaan. Op sommige plaatsen is nu te zien waar de bollen tevoorschijn zullen komen, als bodes van de lente.
Het is een oud gebruik om op 2 februari de overgebleven kaarsen 's morgens naar buiten te brengen en ze in de aarde, tussen de planten te zetten. Binnen zijn ze niet meer nodig. Vaak zitten we rond dezelfde periode ook weer zonder licht aan het ontbijt. De zon wint aan kracht en de dagen worden voelbaar langer. Maria Lichtmis is een afsluiting maar ook een begin.
Maria Lichtmis bij ‘Bij Noa Thuis”
Alle kerstspullen worden opgeruimd. Op de seizoenstafel maakt Moeder Aarde met haar wortel- en bloemenkinderen de gang naar buiten zichtbaar. De dagen worden langer, we hebben geen kaarslicht meer nodig. De restjes kaars van de afgelopen periode van lichtfeesten hebben we bewaard. Deze restjes worden opgebrand, of we smelten alle restjes en gieten het kaarsvet in notendoppen met een lontje erin. Deze kaarsjes laten we dan drijven in een platte schatte schaal met water. Rondom de schaal zetten we plantjes of bolletjes die uit aan het komen zijn als teken van de eerste lenteboden, het water middenin is het symbool voor de aardse levenskracht.