Toen ik vanmorgen buitenkwam
bracht de wind zo'n geurtje mee
van honing, hooi en zonnebloemen
en een vleugje zand en zee.
En alles was nog stil
de schommelstoel op het terras,
de roze rozenstruik en ik
op blote voeten in het gras.
Twee wolkjes zeemden ijverig
de lucht van lichtblauw glas.
Ze wuifden naar de zon
die net als ik al wakker was,
terwijl daarbinnen iedereen
nog steeds te slapen lag.
En ik begreep: dit wordt
de allermooiste zomerdag.
Rond 21 december, als de zon het sterrenbeeld van de steenbok binnengaat, valt de winterzonnewende. Daarmee begint volgend de kalender de winter. De zon heeft haar diepste punt bereikt en de dagen worden langzaam maar zeker weer langer.
De aarde heeft alle levenskrachten in zich teruggetrokken en ziet er uiterlijk levenloos en kaal uit. Als het vriest geeft de anders zo zachte grond onder onze voeten niet meer mee. Kinderen genieten van de dunne ijsvliesjes die dan op de plassen liggen; het maakt een heerlijk krakend geluid als je erop gaat staan.
En soms, zoals dit jaar, brengt de winter een flink pak sneeuw; dan is de kinderpret niet van de lucht.